Erik-Brenda-Jelle-Mees.reismee.nl

Trappen en tempelsokken.

Wij zijn inmiddels aangekomen in Sigiriya. Maar eerst nog even wat over de afgelopen dagen.

Na alle mooie bezienswaardigheden in Anuradhapura te hebben bekeken zijn we op vrijdag naar met de tuk tuk Minhitale gegaan. Daar staat boven op een heuvel een tempelcomplex dat vroeger een klooster was en waar allemaal hele belangrijke dingen zijn gebeurt met koningen en dergelijke., maar daar zal ik jullie niet mee vervelen. Voor dat je boven op die berg komt moet je trappen op, heel veel trappen op. Dus Jelle in de rug drager, en gaan met die banaan, of mango, want die kun je hier lekker lopen met kaneelsuiker erop. Onderweg zien we overblijfselen van verschillende gebouwen uit de oudheid. Best wel mooi allemaal.

Daarna komen we bij het heiligdom. En daar moet je je schoenen uit. Nou, dat is niet zo vreemd zul je denken. Nee, maar toch is het vreemder dan je denkt. Je moet namelijk je schoenen uit bij de poort, en niet alleen bij de plek waar na naar Boeddha toe gaat. Nu zul je denken: dat maakt toch niets uit, dan loop je lekker op blote voeten. Nou, dat is toch even anders. Ten eerste ligt er op de grond een soort grof zand wat lekker zeer doet aan de voetjes (zeker onze Westerse voedjes). Ten tweede moet je ook nog, om bij de mooie Daboga te komen, een granieten trap op met kiezeltjes erop. Ten derde is alles gloeiend heet (denk aan het zand van Scheveningen in de zomer maar dan nog veel heter) en kun je alleen nog maar denken: au, au, heet, heet, au, au enz. Kun je echt genieten van alles, geloof mij. Toch wat het wel weer een belevenis. Vandaag is het poya-dag (dag van volle maan) en ook hier zijn er veel Sri Lankanen op de been. Jelle scoort al snel een lotusbloem en is daar weer helemaal gelukkig mee: dan kan Boeddha weer eten.

Gisteren zijn we met een privé chauffeur eerst naar Polonnaruwa gereden. Hier zijn ook overblijfselen te zien van een oude koningsstad. Het leuke hier is dat er veel mee te zien is van de gebouwen: er staat nog veel meer overeind en je krijgt een veel beter beeld hoe het er ooit uit gezien moet hebben. Ook van het beeldhoudwerk is nog veel intact, het is erg mooi allemaal.

Bij de eerste plek komt er een verkopertje naar ons toe (nou eigenlijk 6 verkopertjes, maar die wimpelen we kundig af). Hij heeft kleine olifantjes: papa, mama, zoon, dochter. Ze zijn erg schattig en we denken dat Jelle er wel leuk mee zal spelen. We gaan in onderhandeling en hij begint bij 2000 Rs (E 12,50). Nou nee, we zijn niet van plan een klein fortuin hieraan uit te geven. Ik loop meteen weg. Hij vraagt een tegenbod, Ik geef hem 500 Rs. We zijn ook echt niet van plan meer te betalen. Hij blijft ons achtervolgen en de prijs zakt maar mondjesmaat. Erik zegt op een gegeven moment: laten we naar dat winkeltje gaan en het vragen, daar zeggen ze vast 400 Rs. Daar hebben ze beschilderde olifantjes (die we voor ons zelf leuk vinden) en we vragen de prijs. En, geloof het of niet, daar koste te 400 Rs. Deze natuurlijk meteen maar gekocht. Het verkopertje heeft ons inmiddels weer gevonden en gaat door, maar wij houden vast aan de prijs en krijgen het ook voor die prijs. Jelle in de zevende hemel met zijn Olipanten. Maar helaas, zoals dat vaak gaat in dit soort zaken: we komen verderop bij stalletjes waar ze die zelfde olifantjes ook verkopen, en natuurlijk voor een veel lagere prijs. Ach ja...

Sigiriya is één van de beroemdste plekken van Sri Lanka. Als je afbeeldingen ziet van Sri Lanka dan is dat vaak van Sigiriya. Er is hier namelijk een bijzondere rots. Deze rost steekt uit de grond alsof hij er door een reus per ongeluk in neergelegd met daarop de resten van een Boeddhistisch klooster, of een paleis, of een militair iets... ze weten het eigenlijk niet, maar wat maakt het uit, het is een mooi ding. Vanmorgen zitten we dus al om 8.00 in de tuk tuk. Op weg naar ' the rock', zoals het hier heet, lopen we door een oude watertuin en daarna betind het: trappen, trappen, trappen en nog eens trappen. Brede gemakkelije trappen, smalle ongemakkelijke trappen, trappen met hele grote treden en trappen met hele kleine treden. Maar als je er dan bent, nou dan heb je ook wat. Boven op het plateau heb je een ongeloofelijk mooi uitzicht en is het genieten van alles wat je ziet. Onderweg naar boven bekijken we ook nog prachtige rots schilderingen van rondborstige vrouwen met wespentailles.

Als je omhoog gaat moet je daarna, je raad het al, weer naar benenden. Dus al die trappen weer naar benenden. Helaas zijn er nu mensen die tegemoed komen en dan moet je wel even opletten. Gelukkig zijn er op de lastige plekken gescheiden paden, want van netjes in een rijtje lopen heben ze hier nog nooit gehoord.

Daarna gaan we met de tuk tuk naar Dambulla. Hier zijn grotten die helemaal voorzienzijn van schilderingen op de plafonds en muren. Er staan ook een hele boel oude Boeddha beelden. Omdat het grotten zijn gingen wij er eingelijk vanuit dat deze op de grond zouden zijn, maar je raad het al, het was ergens halverwege de berg. Dus wij weer alle trappen op gesjokt en nu ook nog uit gekenken voor de apen. Je ziet hier veel wilde apen, vooral makaken. Tot nu toe bleven ze behoorlijk uit de buurt, maar dit waren echte brutale apen die eten uit de handen van kinderen pikken. Jelle kreeg maar even geen koekje.

In een van de grotten zegt Jelle: 'Kijk, die is jarig, ik ga zingen. Lang zal ze leven ......' Wij vagen: 'Wie is er dan jarig?' Er staat een staande Boeddha op een sokkel met zijn arm opgericht, die staat op een stoel en zegt hoera, dus is hij jarig. Kinderlogica.

Boven aan gekomen moetsen we weer onze schoenen uit. Maar dit keer waren we voorbereid: we hadden sokken bij ons. Dus sandalen uit, sokken aan en wij konden lekker over de groeiend hete granieten binnenplaats lopen zonder derde graads branwonden op te lopen! Kijk, dat is pas genieten!!!

In onze verhalen tot nu toe zou je denken dat alles koek en ei is hier in Sri Lanka, nou dat is toch niet helemaal waar. Het is wel een beetje pioneren. Hotels zoeken is wel een ware opgave: voor je iets simpes doch schoons hebt gevonden binnen het budget, heb je vaak al 5 hotels afgewezen. Schoon in Sri Lanka is duidelijk niet zo schoon als in Nederland. Op sommige plekken hebben tuk tuk-ers en chouffeurs van auto's een kartel gevormd en kan er bijna niet meer opnderhandeld worden over de prijs. Natuurlijk vragen ze veel meer dan eerslijk zou zijn, maar ja, je kunt er niets aan doen, want je moet wel.

Wat we ook missen zijn eethuisjes zoals we in Thailand, Vietnam en Cambodia gewent zijn. Ze zijn er bijna niet. Lokale eethuisjes kun je niet altijd eten omdat al het eten lang wordt warm gehouden en je daar ziek van kan worden. Vaak kun je in je hotel wel wat eten (niet in deze helaas) dus komt het wel weer goed. Erik is dol op de curry's die ze hier serveren, ikvind de blaadjes die ze in de gele curry's verwerken heel erg niet lekker ruiken en dan vergaat de trek je. Dan maar weer nasi. En Jelle, nou, die eet wat vaker papat dan wij zouden willen, maar hij drinkt wel heel goed.

Morgen gaan we verder naar de Zuidelijke Westkust waar we schildpadden kunnen zien. Dit stuk doen we ook per prive auto omdat het een heel eind is.

Groetjes,

Erik, Brenda & Jelle

Reacties

Reacties

Christine

Hai Brenda,

Leuk hoor om die verhalen allemaal te lezen van je! Wij vertrekken de 25e augustus richting Sri Lanka. Maar heb even een vraag, vanuit Colombo zijn jullie met de trein naar Anuradhapura gegaan, daarna met een chauffeur. Heb je deze chauffeur dan voor een volle periode geboekt of trek je steeds een andere aan de jas die jullie dan vervoerd? Ben wel benieuwd!

Groet,
Christine

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!